Vignet

 

Harm Meijer

De Veendammer schrijver en dichter Harm Meijer heeft voor "Veendamphila 1983" een leuke bijdrage geleverd in de tentoonstellingscatalogus over het de Sarabrug in het vignet van Filatelistenvereniging Veendam en Omstreken.

Sôttjes Klabbe

Sôttjes Klabbe
Wat tr in Veendam t maist op pertret zet wort? Gainaine kin dat mit wizzeghaid zèggen. Binnen ja gain sievers van. Aal wis is bloots, dat hail wat lu n ploatje - n foto of n taiken - van Sôttjes klabbe hebben mouten. Aal gedureg zai je teminnend lu deur n lutje roetje nor d klabbe loeren. Benoam veur vrömden mout t n opvalend ding wezen. Veur Veendammers nait zo, dij binnen dr ja an wind. Dat Veendamphila Söttjes klabbe in zien vignet opnomen het is zodoune nait zo n wonner. Zellen ja veul vrömden nor Veendam en/of Phila komen! Dij lu maggen dr belang bie hebben öm te waiten, dat d klab¬be joaren laank veur lu, dij dr woonden, d' ainegste meugelkhaid was ôm van 't aailand òf te komen. Noatied het gemainte dr n klabbe en n draaie bie lègd dat Sôttjes klabbe het aiglieks sikkôm gain funksie meer.
Veurtied van Sôttjes klabbe is nog wat diezeg. Dij mout ais oetzööchd worren. t Eerste hoes op t aailaand is al veur 1890 baauwd. Doarôm mout tr dou al n verbinnen over t daip wèst hebben. Van Veenlust oet is d klabbe goud te zain. Dij dr hin lopt ôm hôm es goud te bekieken zel zôk bedruiven. Hai zel twij roodwidde hekken ôp klabbe stoan zain. Iezern droagbaalken van d klabbe binnen zo verrôst, mit deur t swevelhòllende wôtter van eerappelmeelfôbrieken, dat laange joaren dr ônner stoan en stroomd het, dat tr gain auto's meer over voaren kinnen. Toch is dr hope dat Söttjes klabbe blift. n Aan-vroag öm ISP-gèld veur n opknapbeurt is ônnerwegens.
Haarm Maaijer

 

Voor wie het Gronings onbegrijpelijk is, hier de vertaling:
De Sarabrug
Wat er in Veendam het meest gefotografeerd wordt? Niemand kan dat met zekerheid zeggen. Daar zijn geen cijfers van. Wel zeker is alleen, dat heel wat mensen een plaatje - een foto of een tekening - van de Sarabrug moeten hebben. Telkens weer kun je mensen door een klein venstertje naar de klapbrug zien kijken. Vooral voor vreemdelingen moet het een opvallend ding zijn. Voor Veendammers zelf niet zo, die zijn eraan gewend.
Dat Veendamphila de Sarabrug in zijn vignet heeft opgenomen is daarom niet zo'n wonder. Er zullen veel vreemdelingen naar Veendam en/of -Phila komen. Hen zal het interesseren, dat de klapbrug jarenlang voor hen, die er woonden, de enige mogelijkheid was om het eiland te verlaten. Later heeft de gemeente er een klapbrug en een draaibrug bij gelegd zodat de Sarabrug eigenlijk bijna geen funktie meer heeft. De vóórtijd van de Sarabrug is nog wat wazig. Die moet nog eens worden uitgezocht. Het eerste huis op het eiland is al voor 1890 gebouwd. Daarom moet er toen al een verbinding over het diep zijn geweest.
Van Veenlust uit is de klapbrug goed te zien. Wie erheen loopt om hem eens goed te bekijken zal zich bedroeven. Hij zal twee roodwitte hekken op de brug zien staan. De ijzeren draagbalken van de brug zijn namelijk zo verroest, mede door het zwavelhoudende water van de aardappelmeelfabrieken, dat er jarenlang onder gestaan en gestroomd heeft, dat er geen auto's meer over kunnen rijden. Toch is er hoop, dat de Sarabrug blijft. Een aanvraag om ISP-geld voor een opknapbeurt is onderweg.

 

Drs.H.H.Meijer, voorzitter waterschap Sarabrug
De Sarabrug heef zijn naam te danken aan Sara, een vrouw die rond 1900 alleen aan de overkant (aan de landszijde) van het kanaal moet hebben gewoond. Verder wordt beweerd dat de vrouw leefde van het zoeken naar "molsla".
 

G. Meerburg

Behalve de Sarabrug maakt het Veendammer Gemeentewapen ook onderdeel uit van het vignet. Van de hand van G. Meerburg was het volgende artikel destijds te lezen in de tentoonstellingscatalogus "Veendamphila 1983".

Ten aanzien van het wapen van Veendam bestaan meerdere verklaringen. Hieronder twee versies.

 
Veendammer Gemeentewapen

Het Wapen Van De Gemeente Veendam

(Versie 1)

Veendam werd vroeger Boven Muntendam genoemd en behoorde tot het kerspel Zuidbroek en Muntendam. In 1655 werd het kerspel Boven Muntendam afgescheiden van Zuidbroek en Muntendam. Er ontstond een nieuw kerspel Veendam en Wildervank. Op 1 maart 1702 werden Veendam en Wildervank elk een zelfstandig kerspel. Veendam nam het wapen van het oorspronkelijke kerspel Veendam en Wildervank over.

Bij koninklijke besluiten van 1816 en 1818 en in de ministeriële bevestiging van 1872 werd dit wapen omschreven als: ".... zijnde een schild van lazuur· azuur (kleur) of ultramarijn, een helderblauwe kleur. , beladen met een arm en een hand van natuurlijke kleur, komende uit een wolk en vasthoudende een olijftak van sinopel, waaruit komt een adder van natuurlijke kleur, gaande over de arm; boven de arm een lelie van goud; alles omgeven door het randschrift: Gemeente Veendam, Provincie Groningen".

Aan dit wapen is de volgende legende verbonden: toen Margaretha Hardenberg, de vrouw van de stichter der veenkoloniën Adriaan Geerts Wildervanck, op zekere dag een wandeling maakte en zich een poosje in de heide neerzette, viel zij in slaap. Plotseling schrikt zij wakker, een adder kronkelt zich om haar arm en elk ogenblik verwacht zij de dodelijke beet. In haar angst legt zij de plechtige belofte af op deze plaats een kerk te zullen laten verrijzen indien zij gespaard blijft. En zie, de adder glijdt van haar arm en verdwijnt in de heide. Het gebouw, dat op deze plaats gesticht werd, zegt de legende verder, is de tegenwoordige kerk van Wildervank.

Wildervank schafte zich later, niet denkende aan het familiewapen van het geslacht Wildervanck, een eigen wapen aan.

(Versie 2)

Onder de oudere en jongere wapens van de Nederlandse gemeenten is dat van de gemeente Veendam een wat uitzonderlijke verschijning: een uit een wolk komend arm met een slang eromheen, in de hand een boomblad houdende; boven de arm een zogenaamde franse lelie - wat heeft dat alles met elkaar te betekenen?

In vroegere eeuwen moet dat ook reeds verre van duidelijk zijn geweest. Getuige hiervan het opgetekende verhaal uit 1772 over de adderbedreiging welke leidde tot de stichting van een kerk. Waarschijnlijk het product van een rijke volksfantasie. De juiste betekenis van het wapen is echter wel degelijk te achterhalen. Het hoofdmotief "de uit een wolk verschijnende arm" is te vinden in talrijke familiewapens. De arm is soms ridderlijk geharnast, soms ook naakt en de hand voert verschillende zaken: degen of zwaard, bijl, druiventros, tak, valk, mes, pijl enzovoort; vaak een duidelijke zinspeling op de familienaam. Dergelijke wapens komen niet alleen in Nederland voor, maar ook in Duitsland en zelfs bij een Franse Hugenotenfamilie op Curaçao!

Op een stadswapen zien we de arm-uit-wolk verschijnen bij Burg Stargard, de oude residentie van de groothertogen van Mecklenburg. Evenzo op een landswapen van Bosnië, destijds samen met Herzegowina een deelstaat van Joegoslavië. De geharnaste arm voert hier een Turks kromzwaard: het is daar eeuwenlang turks gebied geweest! De slang komt ook op diverse wapens voor; deze slingert zich soms om een opgestoken zwaard heen, zoals bij de duitse ridders Von Campen. Op een gildepenning van 1739 kronkelt hij zich om een apothekersspatel, een soort van esculaapteken dus.

De Franse lelie, eigenlijk een iris, komt in oude tijden veelvuldig voor als symbool van reinheid, soms zelfs als nokversiering op een kerkdaken. Het boomblad tenslotte is vermoedelijk een vijgenblad, symbool van de mens na de zondeval.

Kort gezegd: het wapen geeft horizontaal de verbinding tussen God (verborgen in een wolk) en zondige mens en vertikaal de tegenstelling tussen goed (iris, hemel) en kwaad (slang, aarde), met de arm ener¬zijds als verbindend, anderzijds als scheidend element. De oude heraldiek zit vol christelijke symbolen en onze ontwerper was daar kennelijk goed van op de hoogte. Bovendien is het Veendammer wapen meer dan drie eeuwen oud en oorspronkelijk bedoeld als zegel van de kerkelijke gemeente Wildervank-Veendam.

G. Meerburg